Tuple Logo
continuous-deployment

SHARE

Continuous Deployment

Wat is continuous deployment?

Continuous deployment is een softwareontwikkelingspraktijk waarbij nieuwe code automatisch wordt uitgerold naar productie zodra deze door alle testfasen is gekomen. Het is een onderdeel van het bredere CI/CD-proces (Continuous Integration / Continuous Delivery / Continuous Deployment), waarbij automatisering centraal staat in het bouwen, testen en uitrollen van software.

In plaats van te wachten op geplande releases of handmatige goedkeuringen, wordt code direct na een succesvolle build en testpipeline naar de gebruikers gebracht. Dit zorgt voor snellere feedback, hogere releasesnelheid en minder kans op menselijke fouten.

Een eenvoudig voorbeeld: een ontwikkelaar maakt een wijziging in de code en pushed deze naar de repository. De pipeline start automatisch: de code wordt getest, gebuild en als alle stappen succesvol zijn, direct uitgerold naar de liveomgeving zonder handmatige tussenkomst.

Waarom continuous deployment belangrijk is

Continuous deployment biedt belangrijke voordelen voor ontwikkelteams en organisaties die snel willen inspelen op verandering. Enkele van de belangrijkste redenen waarom het waardevol is:

1. Snellere time-to-market

Nieuwe functies, bugfixes of verbeteringen komen direct bij de gebruiker. Dit versnelt de ontwikkeling en maakt organisaties wendbaarder.

2. Minder handmatig werk

Het automatiseren van het releaseproces voorkomt menselijke fouten en bespaart tijd voor ontwikkelaars en operationele teams.

3. Snellere feedbackloops

Omdat wijzigingen direct live gaan, kunnen gebruikers sneller feedback geven. Teams kunnen die inzichten direct verwerken in de volgende update.

4. Betere kwaliteit door kleinere changes

Elke wijziging is klein en overzichtelijk. Daardoor zijn fouten sneller te detecteren en eenvoudiger terug te draaien.

5. Continu leren en verbeteren

Teams krijgen realtime inzicht in wat werkt en wat niet. Dat helpt bij het iteratief verbeteren van zowel de software als de processen.

Continuous deployment vs. continuous delivery

Continuous deployment en continuous delivery worden vaak door elkaar gehaald, maar er is één belangrijk verschil: de laatste stap in het uitrolproces.

Continuous delivery

Bij continuous delivery wordt de code automatisch getest en klaargezet voor productie, maar de daadwerkelijke release naar de eindgebruiker gebeurt handmatig. Er is dus altijd een goedkeuring nodig van een ontwikkelaar of product owner voordat de nieuwe versie live gaat.

Continuous deployment

Bij continuous deployment wordt die handmatige goedkeuring volledig overgeslagen. Zodra de code door alle tests heen is, wordt deze automatisch uitgerold naar productie.

Belangrijkste verschillen in een overzicht:

KenmerkContinuous DeliveryContinuous Deployment
Laatste stapHandmatige goedkeuringVolledig automatisch
Snelheid van releasenSnel, maar nog gecontroleerdDirect na succesvolle tests
Vertrouwen in tests vereistHoogZeer hoog
Risico op foutenLager door handmatige controleIets hoger, tenzij goed geautomatiseerd
Geschikt voorTeams die controle willen behoudenTeams met volledige CI/CD volwassenheid

Wanneer kies je voor welke aanpak?

Continuous deployment vs. continuous integration

Continuous integration (CI) en continuous deployment (CD) zijn nauw met elkaar verbonden, maar vervullen verschillende rollen binnen de softwareontwikkelcyclus.

Wat is continuous integration?

Bij continuous integration voegen ontwikkelaars regelmatig (vaak meerdere keren per dag) hun code toe aan een gedeelde repository. Elke integratie triggert een geautomatiseerd proces waarbij de code wordt gecompileerd en getest. Het doel van CI is om bugs vroegtijdig op te sporen en integratieproblemen te minimaliseren.

Hoe verhoudt CI zich tot CD?

Continuous integration is de eerste stap van het CI/CD-proces. Pas wanneer code succesvol door de CI-tests komt, kan het doorgaan naar de volgende fase: continuous delivery of continuous deployment.

Voorbeeld van de keten:

  1. CI: Code wordt samengevoegd en getest

  2. CD (delivery): Code wordt klaargezet voor productie

  3. CD (deployment): Code wordt automatisch uitgerold naar productie

Belangrijkste verschillen:

AspectContinuous IntegrationContinuous Deployment
DoelVroegtijdig fouten opsporenAutomatisch uitrollen naar productie
BetreftTesten van de codeUitrollen van de code
Wanneer gebruiktNa elke commitNa succesvolle CI-tests
FocusStabiliteit in de codebaseSnelheid en automatisering van releases

Werken in harmonie

CI en CD vullen elkaar aan. Zonder CI is CD riskant, omdat fouten niet vroeg genoeg worden opgemerkt. Zonder CD blijft veel potentieel van CI onbenut, omdat waardevolle code alsnog vastzit in handmatige processen.

Wat is de CI/CD pipeline?

De CI/CD pipeline is een geautomatiseerd proces dat code van development naar productie brengt. Het combineert continuous integration (CI), continuous delivery (CD) en eventueel continuous deployment (ook CD). Het doel is om software snel, betrouwbaar en herhaalbaar uit te rollen.

Typische stappen in de pipeline

Een pipeline bestaat meestal uit de volgende fases:

  1. Code
    Een ontwikkelaar schrijft nieuwe code en pushed deze naar een centrale repository zoals Git.

  2. Build
    De code wordt samengevoegd en gebuild. Dit kan het compileren van code of het opzetten van containers zijn.

  3. Test
    Unit tests, integratietests en andere automatische controles draaien om de kwaliteit van de code te waarborgen.

  4. Deploy (delivery)
    Als alle tests slagen, wordt de code automatisch klaargezet voor release naar een staging- of productieomgeving.

  5. Deploy (deployment)
    In het geval van continuous deployment wordt de release automatisch live gezet zonder menselijke tussenkomst.

Waar continuous deployment in past

Continuous deployment is de laatste stap van de CI/CD pipeline. Alles draait om vertrouwen: in de tests, in het buildproces en in de infrastructuur. Alleen dan kun je veilig automatisch naar productie deployen.

Voorbeeld van een eenvoudige CI/CD pipeline

Git push Build Test Staging Production

                             ↳ (automatisch bij CD)

Integratie met andere processen

De pipeline kan ook integreren met:

Een goede CI/CD pipeline is niet alleen technisch, maar ook procesmatig goed afgestemd op het team.

Belangrijke tools en features

Om continuous deployment succesvol te implementeren, zijn verschillende tools en features nodig. Elk onderdeel ondersteunt een stap in het proces, van code tot monitoring. Hieronder worden de belangrijkste elementen toegelicht.

Version control

Version control systemen zoals Git zijn de basis van elk CI/CD-proces. Ze houden wijzigingen bij, maken samenwerking mogelijk en zorgen voor traceerbaarheid. Branches en pull requests spelen een cruciale rol bij het organiseren van releases.

Code review

Voordat code de pipeline in gaat, wordt deze vaak handmatig gereviewd. Tools zoals GitHub, GitLab en Bitbucket ondersteunen deze stap met pull/merge requests, inline comments en goedkeuringsflows. Dit verbetert de codekwaliteit nog vóór de automatische testen starten.

Continuous integration (CI)

CI-tools zoals Jenkins, GitLab CI, GitHub Actions of CircleCI zorgen voor het automatisch testen en bouwen van de code bij elke wijziging. Deze stap moet betrouwbaar en snel zijn om als basis te dienen voor deployment.

Configuration management

Tools als Ansible, Chef of Puppet zorgen ervoor dat servers en omgevingen consistent worden ingericht. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de code wél werkt in staging, maar faalt in productie.

Release automation

Automatisering van het uitrolproces wordt gedaan met tools zoals ArgoCD, Spinnaker of CI/CD pipelines met deployment scripts. Dit maakt het mogelijk om wijzigingen snel en zonder handmatige stappen live te zetten.

Infrastructure monitoring

Na een deployment is het essentieel om te monitoren of alles goed werkt. Tools zoals Prometheus, Grafana, Datadog of New Relic bieden inzicht in prestaties, fouten en gebruik.

Rollbacks

Fouten zijn onvermijdelijk. Daarom is het belangrijk om snel terug te kunnen naar een vorige versie. Rollbacks kunnen handmatig of automatisch gebeuren, afhankelijk van de setup. Kubernetes biedt bijvoorbeeld ingebouwde ondersteuning voor rolling back deployments.

Metrics en logging

Door goed te loggen en meetpunten in te bouwen, krijg je inzicht in het gedrag van je applicatie. ELK Stack (Elasticsearch, Logstash, Kibana), Fluentd, en Grafana Loki zijn populaire tools voor logging en observability.

Continuous deployment met Kubernetes

Kubernetes is een populair platform voor het beheren van containerized applicaties. Het biedt uitgebreide ondersteuning voor continuous deployment door middel van declaratieve configuratie, automatische rollouts en ingebouwde self-healing.

Hoe Kubernetes continuous deployment ondersteunt

Kubernetes is ontworpen voor automatisering. Hierdoor past het goed binnen een CI/CD pipeline. Je definieert de gewenste status van je applicatie in een YAML-bestand, en Kubernetes zorgt ervoor dat de werkelijke status hierop aansluit.

Automatische updates met deployment controllers

Kubernetes gebruikt deployment controllers om nieuwe versies van applicaties uit te rollen. Dit gebeurt via:

Deze strategieën maken het mogelijk om risico’s te minimaliseren en fouten snel terug te draaien.

Veelgebruikte tools

Voor continuous deployment naar Kubernetes worden vaak de volgende tools gebruikt:

Voorbeeldflow met Kubernetes

  1. Code push naar Git

  2. CI bouwt en test een Docker image

  3. Image wordt gepusht naar een container registry

  4. Kubernetes deployment wordt geüpdatet via ArgoCD of Flux

  5. Kubernetes voert een rolling update uit

Kubernetes maakt het eenvoudiger om frequent te deployen, maar vereist wel kennis van infrastructuur en configuratiebeheer.

Populaire continuous deployment platforms

Voor het automatiseren van continuous deployment zijn er diverse platforms beschikbaar. Ze verschillen in gebruiksgemak, integraties, schaalbaarheid en kosten. Hieronder staan de meest gebruikte tools die teams helpen om snel en betrouwbaar software uit te rollen.

Jenkins

Een van de oudste en meest flexibele CI/CD-tools. Jenkins is open source en sterk uitbreidbaar via plugins. Het vereist wel meer onderhoud en configuratie dan sommige moderne alternatieven.

Voordelen:

Nadelen:

GitHub Actions

Een geïntegreerde CI/CD-oplossing van GitHub. Geschikt voor teams die hun code al op GitHub beheren. Workflows worden beschreven in YAML en draaien op GitHub runners.

Voordelen:

Nadelen:

GitLab CI/CD

Volledig geïntegreerd in GitLab. Biedt krachtige CI/CD-mogelijkheden met duidelijke pipelines, auto DevOps en integratie met Kubernetes.

Voordelen:

Nadelen:

CircleCI

Bekend om snelheid en schaalbaarheid. CircleCI ondersteunt Docker out-of-the-box en werkt goed met GitHub en Bitbucket.

Voordelen:

Nadelen:

ArgoCD

Een GitOps-tool voor Kubernetes continuous deployment. Het monitort een Git-repository en zorgt ervoor dat de Kubernetes-cluster overeenkomt met de gewenste staat.

Voordelen:

Nadelen:

Spinnaker

Een krachtig platform van Netflix, gericht op grote enterprises. Ondersteunt multi-cloud deployments en geavanceerde deploymentstrategieën.

Voordelen:

Nadelen:

Maturity model voor continuous deployment

Niet elk team of organisatie is direct klaar voor volledige continuous deployment. Daarom helpt een maturity model om de volwassenheid van je deploymentproces in kaart te brengen en gericht te verbeteren.

Fasen in het maturity model

Hieronder staan de typische niveaus van volwassenheid bij continuous deployment:

1. Handmatig deployen

2. Gedeeltelijke automatisering

3. Continuous integration

4. Continuous delivery

5. Continuous deployment

Typische valkuilen per fase

Hoe teams kunnen groeien

Elke stap richting meer automatisering betekent minder frictie, hogere betrouwbaarheid en kortere doorlooptijden.

Organisatorische en culturele vereisten

Continuous deployment is niet alleen een technische verandering, het vraagt ook om een andere manier van samenwerken. Teams moeten vertrouwen op elkaar, op automatisering en op het proces. Zonder de juiste cultuur kan continuous deployment niet slagen.

DevOps-cultuur als fundament

Een succesvolle implementatie van continuous deployment begint met een DevOps-mindset. Daarbij werken development en operations niet langer gescheiden, maar als één team dat samen verantwoordelijk is voor de gehele levenscyclus van software.

Kenmerken van een DevOps-cultuur:

Verantwoordelijkheid ligt bij het team

In een organisatie met continuous deployment ligt de verantwoordelijkheid voor releases bij het team zelf, niet bij een aparte release-manager of IT-afdeling. Teams bepalen zelf wanneer iets klaar is om live te gaan, en moeten daarom beschikken over:

Transparantie en feedback

Om goed te functioneren, is het belangrijk dat iedereen toegang heeft tot:

Zonder transparantie is het lastig om snel bij te sturen of te verbeteren.

Training en mindset-shift

Voor veel organisaties betekent dit een verandering in hoe ze denken over releases:

Trainingen, coaching en duidelijke communicatie helpen om medewerkers hierin mee te nemen.

Stapsgewijze aanpak voor implementatie

Continuous deployment invoeren vraagt om een gestructureerde en stapsgewijze aanpak. Elk team is anders, maar onderstaand plan geeft een praktisch framework om vanaf nul toe te werken naar volledige automatisering.

1. Begin met continuous integration

Zorg ervoor dat alle ontwikkelaars werken met een centrale repository (zoals Git), en dat bij elke wijziging automatisch tests en builds worden uitgevoerd.

Checklist:

2. Automatiseer testprocessen

Breid je teststrategie uit. Voeg naast unit tests ook integratie- en systeemtests toe. Hoe beter de testdekking, hoe meer vertrouwen je hebt in automatische releases.

Tip: Gebruik testframeworks die geschikt zijn voor je techstack, en zorg voor snelle feedback.

3. Automatiseer deployments naar staging

Zodra de tests slagen, moet code automatisch worden uitgerold naar een stagingomgeving. Hier kun je de applicatie testen zoals die in productie zal draaien.

Belangrijk: Houd staging zoveel mogelijk gelijk aan productie qua configuratie en infrastructuur.

4. Voeg monitoring en observability toe

Implementeer metrics, logging en health checks zodat je inzicht krijgt in het gedrag van je applicatie na een deployment. Denk aan tools zoals Prometheus, Grafana of Datadog.

5. Implementeer automatische deployment naar productie

Als je vertrouwen hebt in je pipeline en monitoring, kun je de stap naar continuous deployment zetten. Gebruik feature flags en rollout-strategieën om risico’s te beperken.

6. Leer van fouten en blijf itereren

Zorg dat je pipeline makkelijk aanpasbaar is. Verzamel feedback van het team, kijk waar knelpunten zitten, en verbeter stapsgewijs.

Continuous deployment als einddoel van een geautomatiseerd releaseproces

Continuous deployment is een krachtige aanpak binnen moderne softwareontwikkeling waarbij elke succesvolle codewijziging automatisch wordt uitgerold naar productie. Het vormt het sluitstuk van een goed ingerichte CI/CD pipeline en stelt teams in staat om snel, veilig en betrouwbaar software te leveren.

Door te investeren in testautomatisering, tooling, monitoring en een sterke DevOps-cultuur, kunnen organisaties de overstap maken van handmatige, foutgevoelige processen naar gestroomlijnde, geautomatiseerde deployments. Continuous deployment vraagt om vertrouwen: in je code, in je processen en in je team.

Het is niet voor elk team direct haalbaar, maar met een stapsgewijze aanpak en duidelijke doelen kan elke organisatie toewerken naar een toekomst waarin releases geen bottleneck meer zijn, maar een natuurlijk onderdeel van het ontwikkelproces.

Veelgestelde vragen
Wat is het verschil tussen continuous deployment en continuous delivery?

Bij continuous delivery wordt code automatisch klaargezet voor productie, maar handmatig uitgerold. Bij continuous deployment gebeurt dit laatste ook automatisch.


Is continuous deployment geschikt voor elk bedrijf?

Nee. Het vereist een volwassen CI/CD pipeline, goede testautomatisering en een DevOps-cultuur met vertrouwen in het proces.


Welke tools worden vaak gebruikt voor continuous deployment?

Populaire tools zijn onder andere Jenkins, GitHub Actions, GitLab CI/CD, ArgoCD en Spinnaker.


Wat als er iets misgaat na een automatische deployment?

Met rollbackstrategieën, monitoring en feature flags kun je snel reageren. Veel platforms ondersteunen automatische rollbacks bij fouten.


Hoe begin ik met continuous deployment?

Start met continuous integration, breid uit met testautomatisering en werk stapsgewijs naar volledige automatisering van het releaseproces.


Ook interessant

Nieuwsgierig geworden?

Wij vertellen je graag meer!

Contact opnemen
Tuple Logo
Veenendaal (HQ)
De Smalle Zijde 3-05, 3903 LL Veenendaal
info@tuple.nl‭+31 318 24 01 64‬
Snel navigeren
Succesverhalen