Een URL (Uniform Resource Locator) is het webadres waarmee je toegang krijgt tot een specifieke bron op het internet, zoals een webpagina, afbeelding of bestand. Wanneer je een website bezoekt of op een link klikt, gebruik je feitelijk een URL om de juiste locatie op te vragen.
De URL is een fundamenteel onderdeel van het internet. Elke pagina, afbeelding of video die online beschikbaar is, heeft een unieke URL waarmee gebruikers en systemen het kunnen vinden. Naast het identificeren van de locatie van een bron, vertelt een URL ook hoe je toegang krijgt tot die bron, bijvoorbeeld via het HTTP- of HTTPS-protocol.
URL’s worden dagelijks gebruikt, vaak zonder dat je erbij stilstaat. Denk aan het intypen van www.voorbeeld.nl, het klikken op een zoekresultaat of het delen van een link. Achter de schermen bevatten URL’s meerdere onderdelen die samen zorgen voor een juiste en efficiënte verbinding met de gevraagde inhoud.
Een URL bestaat uit meerdere onderdelen die samen bepalen waar een bron zich bevindt en hoe deze benaderd wordt. Deze structuur zorgt ervoor dat webbrowsers precies weten wat ze moeten doen en waar ze moeten zoeken.
We nemen een voorbeeld om de opbouw te verduidelijken:
https://www.voorbeeld.nl/blog/artikel?tag=seo#inhoud
Laten we elk onderdeel afzonderlijk bekijken.
Het eerste deel van een URL is het protocol, zoals http, https, ftp of mailto. Dit protocol geeft aan op welke manier de browser moet communiceren met de server.
HTTP (HyperText Transfer Protocol): De standaardmethode voor het ophalen van webpagina’s.
HTTPS (HTTP Secure): De veilige variant met encryptie via SSL/TLS.
FTP (File Transfer Protocol): Voor het overzetten van bestanden.
Mailto: Wordt gebruikt om een e-mailprogramma te openen met een vooraf ingevuld adres.
In het voorbeeld https://www.voorbeeld.nl, geeft https:// aan dat de verbinding veilig is.
Na het protocol volgt de autoriteit, die meestal bestaat uit de domeinnaam, eventueel voorafgegaan door een subdomein, en soms aangevuld met een poortnummer.
Voorbeeld: www.voorbeeld.nl
www is het subdomein
voorbeeld.nl is de hoofddomeinnaam
Een poortnummer wordt zelden getoond, maar zou er zo uitzien: voorbeeld.nl:443
De autoriteit bepaalt met welke server verbinding wordt gemaakt.
De padnaam geeft aan waar op de server de gevraagde bron zich bevindt. Dit deel van de URL volgt direct na de domeinnaam.
Voorbeeld: /blog/artikel
Deze padstructuur helpt bij het organiseren van content. Een duidelijke en logische padenstructuur zorgt ook voor betere navigatie én SEO-voordelen.
De querystring bevat parameters waarmee dynamische inhoud kan worden opgevraagd. Dit deel volgt op het vraagteken ? en bevat één of meerdere sleutel-waardeparen, gescheiden door een &.
Voorbeeld: ?tag=seo&pagina=2
tag=seo geeft een zoekterm of filter aan
pagina=2 geeft aan dat de tweede pagina getoond moet worden
Webshops, blogs en zoekfuncties maken vaak gebruik van querystrings.
Een fragmentidentifier, ook wel ‘anchor’ genoemd, verwijst naar een specifiek gedeelte binnen dezelfde pagina. Deze wordt voorafgegaan door een #.
Voorbeeld: #inhoud
Dit zorgt ervoor dat de browser direct naar een bepaald stukje scrollt, zoals een alinea of kopje.
Niet elke URL is even effectief. Zeker voor professionele websites en platforms is het belangrijk dat URL’s correct, duidelijk en bruikbaar zijn. In dit deel bespreken we welke eigenschappen een goede URL moet hebben en hoe verschillende vormen, zoals relatieve en absolute URL’s, werken.
Een geldige URL moet voldoen aan specifieke syntactische regels om correct geïnterpreteerd te worden door browsers en servers. Hieronder een aantal belangrijke aandachtspunten:
Toegestane tekens: Alleen bepaalde tekens zijn direct toegestaan. Spaties worden bijvoorbeeld automatisch omgezet naar %20. Speciale tekens worden meestal 'ge-escaped'.
Correcte opbouw: Het protocol, de domeinnaam en de padstructuur moeten logisch op elkaar aansluiten.
Geen dubbele tekens: Vermijd onnodige herhalingen zoals // of &&.
Beperkte lengte: Hoewel technisch lange URL’s mogelijk zijn, is een lengte tot ongeveer 2.000 tekens aan te raden voor compatibiliteit.
Een duidelijke en foutloze URL helpt niet alleen bij correcte weergave, maar ook bij gebruiksvriendelijkheid en zoekmachine-optimalisatie.
Er zijn twee hoofdtypen URL’s: absolute en relatieve.
Absolute URL: Bevat het volledige pad, inclusief protocol en domeinnaam.
Bijvoorbeeld: https://www.voorbeeld.nl/blog/artikel
Relatieve URL: Verwijst alleen naar het pad vanaf de huidige locatie.
Bijvoorbeeld: /blog/artikel
Relatieve URL’s zijn handig binnen een eigen domein of contentmanagementsysteem, omdat ze flexibeler zijn bij domeinwijzigingen of testomgevingen. Absolute URL’s zijn daarentegen vereist bij externe links of wanneer je zeker wilt weten dat het volledige pad juist is.
Een goed gestructureerde URL helpt niet alleen gebruikers, maar speelt ook een rol in hoe zoekmachines je pagina indexeren en beoordelen. URL’s zijn een belangrijk onderdeel van technische SEO, vooral op het gebied van structuur, relevantie en klikgedrag.
Een permalink is een permanente URL naar een specifieke pagina of blogpost. Het woord is een samentrekking van "permanent" en "link". Permalinks zorgen ervoor dat een pagina altijd onder hetzelfde adres bereikbaar blijft, wat belangrijk is voor linkbuilding en vindbaarheid.
De slug is het laatste deel van een permalink, meestal gebaseerd op de titel van een pagina. Bijvoorbeeld:
https://www.voorbeeld.nl/blog/wat-is-een-url
Hier is wat-is-een-url de slug.
Tips voor goede slugs:
Gebruik alleen kleine letters en koppeltekens
Houd het kort en relevant
Vermijd cijfers en onnodige woorden
Het verwerken van zoekwoorden in een URL kan bijdragen aan betere zichtbaarheid in zoekmachines. Een duidelijke URL laat zien waar een pagina over gaat, wat de kans vergroot dat gebruikers erop klikken.
Vergelijk:
https://www.voorbeeld.nl/page?id=123
met
https://www.voorbeeld.nl/goedkope-vakantie-europa
De tweede URL is niet alleen beter leesbaar voor mensen, maar ook voor zoekmachines.
Best practices:
Gebruik relevante zoektermen waar mogelijk
Vermijd overmatig gebruik van zoekwoorden (keyword stuffing)
Laat overbodige parameters weg, tenzij functioneel nodig
Een sterke URL is duidelijk, kort en logisch opgebouwd. Dit maakt het makkelijker voor gebruikers om te begrijpen waar ze terechtkomen én helpt zoekmachines om de pagina goed te indexeren. Een goede URL-structuur draagt bij aan zowel gebruiksvriendelijkheid als vindbaarheid.
Hieronder enkele praktische richtlijnen:
Houd URL’s logisch en consistent. Zorg dat ze de hiërarchie van je website weerspiegelen.
Voorbeeld:
✅ /diensten/webdesign
❌ /pagina?id=42
Lange URL’s zijn vaak moeilijker te onthouden en minder overzichtelijk. Beperk het aantal woorden tot het noodzakelijke.
Gebruik bij voorkeur kebab case, waarbij woorden worden gescheiden met koppeltekens (-). Dit is leesbaar voor mensen én begrijpelijker voor zoekmachines. Vermijd snake case, waarin woorden worden gescheiden door underscores (_), want deze worden door zoekmachines niet als spaties gezien.
Voorbeeld:
✅ /wat-is-een-url (kebab case)
❌ /wat_is_een_url (snake case)
Gebruik bij voorkeur alleen kleine letters. Sommige servers zien hoofdletters als iets anders dan kleine letters, wat tot fouten kan leiden.
URL’s met veel tekens zoals ?id=456&ref=abc zijn minder gebruiksvriendelijk. Gebruik liever vaste paden als dat kan.
Zorg dat dezelfde pagina niet via meerdere verschillende URL’s bereikbaar is, tenzij je canonical tags gebruikt. Dit voorkomt verwarring bij zoekmachines.
Naast standaard-URL’s bestaan er ook speciale vormen die nuttig zijn in specifieke situaties, zoals bij meertalige websites of het ondersteunen van zowel http als https. Twee belangrijke varianten zijn internationalized URLs en protocol-relative URLs.
Een internationalized URL (afgekort: IRI, Internationalized Resource Identifier) maakt het mogelijk om tekens in een URL te gebruiken die niet onder ASCII vallen. Denk aan letters met accenten (é, ü) of tekens uit andere schriften, zoals Arabisch of Chinees.
Voorbeeld:
https://voorbeeld.nl/mañana
In de praktijk worden zulke URL’s automatisch gecodeerd, bijvoorbeeld:
https://voorbeeld.nl/ma%C3%B1ana
Voordelen:
Beter leesbaar voor gebruikers in andere talen
Ondersteunt meertalige contentstructuren
Nadelen:
Technische complexiteit (omzetting via percent-encoding)
Niet alle browsers of systemen gaan er even goed mee om
Om internationale tekens veilig te gebruiken, is het belangrijk de URL altijd correct te encoden.
Een protocol-relative URL laat het protocoldeel (http of https) weg en begint met //. De browser gebruikt dan automatisch hetzelfde protocol als waarmee de pagina geladen is.
Voorbeeld:
<script src="//cdn.example.com/lib.js"></script>
Als de gebruiker de pagina via https bezoekt, laadt de browser automatisch ook de script via https.
Wanneer gebruiken:
Voor externe bronnen op websites die zowel http als https ondersteunen
Voor consistent gedrag bij gemixte content
Let op:
Het gebruik van protocol-relative URL’s wordt minder aangeraden sinds alles standaard via HTTPS verloopt. Moderne best practices kiezen liever voor expliciete https://-links.
De URL, oftewel Uniform Resource Locator, is al sinds de beginjaren van het internet een essentieel onderdeel van de digitale infrastructuur. De term werd officieel geïntroduceerd in 1994 door Tim Berners-Lee, de grondlegger van het World Wide Web.
De URL werd ontwikkeld als een gestandaardiseerde manier om bronnen op het web eenduidig aan te wijzen. In de vroege jaren van het internet bestonden er al adressen voor bestanden, maar deze waren vaak afhankelijk van het gebruikte protocol of besturingssysteem.
Met de komst van URL’s kon elke bron, of het nu een webpagina, afbeelding, video of document was, worden opgevraagd via een universele adresvorm.
Door de jaren heen is de structuur van URL’s grotendeels hetzelfde gebleven, maar het gebruik ervan is geëvolueerd:
1990s: Eerste toepassingen in statische HTML-websites
2000s: Grotere adoptie in dynamische websites en CMS-systemen zoals WordPress
2010s: Belang van SEO-vriendelijke en korte URL’s neemt toe
2020s: Standaardisering op HTTPS, en bredere acceptatie van internationalized URLs
Daarnaast zijn er alternatieve vormen ontstaan, zoals URI’s (Uniform Resource Identifier) en URN’s (Uniform Resource Name), al blijven URL’s de meest gebruikte vorm in de praktijk.
Een URL (Uniform Resource Locator) is het webadres waarmee je toegang krijgt tot een specifieke bron op het internet. URL’s bestaan uit verschillende onderdelen, zoals het protocol, de domeinnaam, padnaam, querystring en fragmentidentifier, die samen bepalen waar en hoe een bron wordt opgevraagd.
Het correct opbouwen en gebruiken van URL’s is essentieel voor de toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en vindbaarheid van websites. Goed gestructureerde URL’s dragen bij aan betere SEO, duidelijkere navigatie en een professionelere uitstraling.
Of je nu een developer, marketeer of websitebeheerder bent: inzicht in hoe URL’s werken en waar je op moet letten bij het aanmaken ervan is van blijvende waarde.
Een URL (Uniform Resource Locator) geeft de locatie van een bron aan én hoe je deze kunt benaderen (bijvoorbeeld via https). Een URI (Uniform Resource Identifier) is een overkoepelende term die zowel URL’s als URN’s omvat. Simpel gezegd: elke URL is een URI, maar niet elke URI is een URL.
Spaties zijn niet direct toegestaan in een URL. Ze worden automatisch gecodeerd als %20. Het is beter om spaties te vermijden door woorden te scheiden met koppeltekens (kebab case), zoals goedkope-vakantie-europa.
%20 is de gecodeerde vorm van een spatie. URL’s mogen namelijk geen gewone spaties bevatten. Andere tekens worden op vergelijkbare wijze gecodeerd via zogeheten percent-encoding.
Ja, dat kan. Sommige servers maken onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters in het padgedeelte van een URL. Zo zijn /Artikel en /artikel technisch gezien twee verschillende paden. Het is daarom aan te raden om altijd alleen kleine letters te gebruiken in URL’s.